Historiek

1. De beginjaren

In prenatale taal kunnen wij spreken van een bevruchting in de loop van 1948-1949. Excelsior Hasselt, de eerste Hasseltse club, speelde in die periode op het Kolonel Dusartplein en zij trokken, met hun nieuwe sport, de aandacht van heel wat Hasselaren. Ook Frans Vandevenne, de econoom van de Vrije Technische school die in de buurt woonde, was enthousiast en hij spoorde enkele leerkrachten aan om regelmatig een training of wedstrijd bij te wonen. Ook die mensen waren opgetogen en zij zagen het wel zitten om deze sport in hun school te integreren, kwestie van de leerlingen zinvol te begeleiden tijdens hun vrije uren.

Er word dus contact genomen met de secretaris van Excelsior, Leopold Spee. Die was ook nog provinciaal promotor van de basketbalbond en hij bleek meteen bereid om hier en daar een handje te helpen. Tijdens het zomerverlof in 1949 werden alle voorbereidingen getroffen.

  • op de speelplaats van de school werd het terrein uitgelijnd
  • de smederij van de school, onder leiding van René Nijs, zorgde, zeker voor die tijd, voor moderne basketstaanders
  • het economaat van Frans Vandevenne leverde de eerste ballen, truien, chrono ‘ s en ander klein materiaal

Om toch wat geregelde wedstrijden te kunnen spelen – nog geen competitie werd op 1-9-49 de aansluiting bij de Koninklijke Belgische Basketbalbond gevraagd en dit als aanklevende vereniging, die enkel vriendschappelijke basketwedstrijden wenste te spelen. Dit verzoek werd gunstig onthaald en het stamnummer 0570 werd voorbehouden. Voor de werking en het opstarten kon de nieuwe club rekenen op de hulp van Leopold Spee voor administratie, reglementen en statuten. Philip Moureou en Roger Nelles zorgden voor het spelconcept.

Dat eerste aanloopjaar viel mee en dat was voldoende om op 1-9-1950 de aansluiting als werkende club aan te vragen. Op 8 september was VTS Hasselt officieel een competitieclub bij de KBBB. De clubkleuren waren rood-wit, het terrein lag in de Kleine Breemstraat en de volgende bestuursleden stonden aan de wieg:

  • voorzitter Jan Walraven (na korte tijd opgevolgd door René Nijs)
  • ondervoorzitter René Nijs
  • secretaris Frans Vandevenne
  • schatbewaarder René Roggen
  • leden Valentin Venken en René Martens (die enkele maanden later verdween om Pallas Hasselt, de lste Hasseltse damesploeg, op te starten)
  • trainer Roger Nelles

 

2. De jaren 1950-1960

Eigenlijk bestond er toen nog geen 1ste provinciale, de hoogste reeks in Limburg was 2de provinciale, maar bij titel en promotie ging men wel naar de overgangsklasse, de huidige 4de nationale. Na enige aanloopseizoenen behaalde VTS in 56 een eerste titel maar men viel het jaar nadien nog wat te zwak uit voor het nationale basket. In ’58 haalde men Mechelaar John London binnen om opnieuw de poort naar 4de klasse open te breken. Dat lukte en het jaar nadien kon men zich moeiteloos handhaven, ook al dankzij enkele serieuze versterkingen. Na Eburonen Tongeren was VTS in die tijd de tweede sterkste club van Limburg.

 

3. De jaren 1960-70

De jaren 60-70 waren zonder meer de gloriejaren van VTS met enkele schitterende resultaten in vierde klasse. In het seizoen 60-61 miste men van een haartje de promotie naar 3de. Zeven jaar speelde men een vooraanstaande rol in die reeks met telkens heel knappe resultaten. VTS was in die tijd een begrip in het Limburgse basket. De voorzitter van het eerste uur, René Nijs, hield het in 1967 voor bekeken. Er volgde een degradatie en in de zomer van 1969 ook de verhuis naar het Kerpke. Het laatste wapenfeit van toen nog VTS was de titel in het voorjaar van 1970.

 

4. De jaren 1970-80

In de jaren 70 speelde, het was nu Orly geworden, de club 5 jaar in 4de nationale en 5 seizoenen in 1ste provinciale. De naam Anton Reygel, voordien speler, begon op te duiken in de bestuurs- en trainersfuncties. Hij is momenteel nog altijd voorzitter van Orly. Naamsverandering: Men was weg in de Technische school, men ging dus na het vinden van een nieuw terrein ook op zoek naar een nieuwe naam. Toenmalig voorzitter Danny Hoefnagels was eigenaar van het Kelderke in de Lombaardstraat, maar de officiële naam voor zijn café was Orly-bar? Hij was tevens co-sponsor van het Orly-racingteam. En dat klonk wel mooi: Orly basketbalteam. Het is zo gebleven. Wij speelden dus vanaf 1971 al met een echte sponsornaam.

 

5. De jaren 1980-90

Tien seizoenen na mekaar in 1ste provinciale. Men geraakte nooit in de problemen, men speelde ieder jaar een vooraanstaande rol, maar Orly haalde nooit meer de zo begeerde titel. Een damesploeg werd opgericht, die het drie jaar uithield. Het dertigjarig bestaan werd gevierd in 1981.

 

6. De jaren 1990-2000

De jeugd kreeg succes, ze winnen Limburgse titels en bekers. De knappe werking van eind jaren ’80 levert dus resultaten op. In 1995 startte Aris Paraskevopoulos een dames-senioren-ploeg op. Een B-ploeg voor de senioren werd opgestart, die tot in tweede provinciale geraakte.

In het seizoen 92-93 waaide niet alleen de blaas in Kuringen weg, Orly zakte ook naar tweede provinciale voor het eerst in de clubgeschiedenis. Maar daar konden de eigen jongeren rustig rijpen om na 3 seizoenen terug te promoveren. Daarvoor diende men de testmatch tegen Nieuwerkerken te winnen: 64-68. We hadden er zelfs zwaar geld voor over want Leo Goyens (ooit landskampioen met Standard Luik) kwam niet voor niets.

Maar dat geld was er ook. Een sterk jeugdbeleid wierp zijn vruchten af en de weggehaalde talenten (bv. Hoogmartens naar eersteklasser Houthalen) leverden aardig wat centen op. Een vernieuwd transferbeleid met bovenop het arrest Bosman (iedere speler is vrij om ieder jaar gratis te gaan spelen waar hij wil) doorkruiste onze transferplannen en promotiedromen. Gillissen, Cools en Smeets vertrokken en vervangers aantrekken kostte geld. Dat was er nog, wij hadden aardig gespaard en de portemonnee kon dus gerust aangesproken worden. Een Waalse coach, 4 Waalse spelers, nog een paar van buur BT Hasselt, ze mochten allemaal opdraven om de ambitie “50 jaar en in vierde nationale spelen” te realiseren.

Maar dat lukte niet, wij blijven in eerste provinciale

De centen zijn nu wel op, de spaarpot is bijna leeg. OrIy wordt dus noodgedwongen terug een zuinige, maar nog steeds een financieel gezonde club. En dat willen we zo ook houden. Nieuwe problemen met de komst van Echo Houthalen naar de Alverberg. Hoe zullen we do volgende seizoenen doorkomen met zo’n concurrent in de voortuin? Vinden we jaarlijks nog genoeg financiële middelen om te overleven? Gaan we nog jeugd kunnen aantrekken? Het volgende decennium heeft dus beslist zijn moeilijkheden, vraagtekens en uitdagingen. Maar die zijn we nog nooit uit de weg gegaan. Nu ook niet.